Das ding an sich
Eerder op de dag had ik een kaartje gekocht voor de bus van 18.30 van Florianopolis naar Curitiba en dat wilde ik nu graag omruilen voor een vertrek van 15.00. Zojuist had ik om deze reden ook al even gebeld met de busmaatschappij, maar de telefoniste meldde dat omruilen niet telefonisch en slechts aan de balie op het busstation kon geschieden. En daar stond ik nu te wachten, in de rij voor de ticketbalie. Het computersysteem was down en één en ander kon nog wel even gaan duren.
Achter de balie liepen gefrustreerde personeelsleden nerveus van links naar rechts zonder daarbij enige wezenlijke arbeid te verrichten. Er werd gebeld en daarbij hevig met armen gezwaaid. Her en der werden mensen lukraak geholpen dan wel verwezen naar andere loketten. Wachtenden drongen voor in de rij en stemmen werden geïrriteerd verheven. Kortom er was duidelijk sprake van een ontregeld systeem. Het deed me denken aan een mierennest waarin wanneer je er wat zand overheen gooit de mieren opeens als gekken kriskras door elkaar beginnen te dollen. En hier stond ik als een kind zo gefascineerd dat mierennest aandachtig aanschouwend in mij op te nemen.
Mijn eerste reactie was irritatie. Maar na dit alles zo’n twintig minuten te hebben gadegeslagen bekroop mij opeens een zeer helder gevoel van inzicht, van begrip, rust en acceptatie. Dit was hun wereld, hun samenleving met al haar specifieke facetten zoals daar zijn; taal, communicatie, sociale omgangsregels, normen en waarden, gedeelde symbolen, helden, leiders, educatieniveau, financiële middelen, etc.
We kennen onze eigen cultuur en als buitenstaanders beschouwen we die van een andere samenleving. Wat daaruit volgt is niets anders dan het benoemen van de verschillen. Maar de echte werkelijkheid, das Ding an Sich, zoals Kant het mooi verwoordde, is daarbij niet kenbaar. En toch voelde ik mij, toen ik daar zo stond, even heel dicht bij die Braziliaanse werkelijkheid.
São Paulo
Onlangs verhuisde ik van Rio de Janeiro naar São Paulo en ja dat onderscheid is wel te merken. Deze stad is schoner, wordt beter onderhouden en ook qua bewoners merk je dat er duidelijke sociale verschillen bestaan tussen de Cariocas en de Paulistanos. Maar de door deze laatste groep zo trots gebezigde vergelijking van hun stad met New York loopt in mijn ogen toch wat mank. Je kunt hier als westerling een prima leven leiden van alle gemakken voorzien, er is tenslotte weelde in overvloed. Maar als je toevallig niet tot de kleine groep bevoorrechten behoort dan ben je ook in São Paulo al vrij snel aangewezen op een toch wat armoedig bestaan. De verdeling van al die relatieve rijkdom (de deelstaat São Paulo is verantwoordelijk voor 30% van het BBP van Brazilië) is in die zin ook hier beslist niet optimaal. En dit is natuurlijk in heel Brazilië meer regel dan uitzondering. Het mag het land dan economisch redelijk voor de wind gaan, de gewone man die maandelijks rond moet komen van een salaris van slechts 175 euro merkt daar maar bar weinig van.
Economische voorspoed
Er is tegenwoordig veel te lezen over de economische opkomst van de zgn. BRIC landen. China is in deze groep met 11.4 % groei koploper, op de voet gevolgd door India, Rusland en Brazilië met respectievelijk 9.2, 8.1, en 5.4 % groei (2007). In Brazilië lijkt de langverwachte toekomst nu dan ook eindelijk aangebroken en ontwaart men gouden bergen aan de horizon. Op macro-economisch niveau zijn er inderdaad duidelijk verbeteringen zichtbaar; zowel de export als de binnenlandse bestedingen stijgen, de inflatie is redelijk onder controle en het werkeloosheidscijfer lijkt langzaam te dalen. Het is echter van essentieel belang dat met deze prille macro-economische voorspoed de sociaal maatschappelijke fundamenten van een samenleving parallel meegroeien. Gebeurt dat niet, dan is het effect van een dergelijke economische groei vele malen minder effectief dan deze in feite zou kunnen zijn. En dat is mijns inziens nu exact het probleem waar Brazilië thans mee te kampen heeft.
Verschillen c.q. achterstanden in vergelijking van Brazilië met de westerse wereld zijn er op allerlei terreinen; economisch, cultureel, medisch, sociaal, ethisch, juridisch, etc. Deze maatschappelijke onderdelen vertonen een sterke onderlinge samenhang, wanneer er één verandert zullen de anderen automatisch mee veranderen. Het geheel werkt als een organisch model. In ons kapitalistisch systeem ligt de primaire nadruk veelal op de economische voorspoed waarbij de algemene verwachting is dat de andere factoren vanzelf in positieve zin meegroeien. Een zekere correlatie is hier niet uit te sluiten, tenslotte zijn de landen waar het economisch voor de wind gaat vrijwel zonder uitzondering ook allen koplopers op de andere terreinen.
Toch biedt dergelijke economische voorspoed allerminst garanties voor een evenredige groei van andere sociaal maatschappelijke factoren. Hans Rosling geeft in zijn bespreking (TED 2006) over de correlatie tussen kindersterfte en ‘s lands bruto binnenlands product (BBP) al aan dat, hoewel er wel sprake is van een zekere vorm van evenredigheid, een hoger BBP per capita niet per definitie betere gezondheidscijfers laat zien. Dat komt omdat, zoals hij het zelf zo mooi zegt:“ Health can not be bought at the supermarket”. Je moet er in investeren, de bevolking opleiden, medisch personeel trainen, etc. Andersom is wel waar. Een betere gezondheidszorg leidt op den duur tot een hoger BBP. De vraag rijst dan ook hoe en waar je je kapitaal inzet.
Human capital
Zoals ik in mijn voorgaande betoog; 'Kip of Ei?' al aanhaalde is het in Brazilië van primair belang te investeren in onderwijs. Zolang een groot deel van de bevolking hier maar mondjesmaat of zelfs geen toegang toe heeft, blijft het dweilen met de kraan open. En ook wanneer die toegang er wel is, dan zou het - erbarmelijke- niveau eens wat nader onder de loep gelegd kunnen worden. Er is op dat vlak nog veel te doen. Maar ik vraag mij hoe langer hoe meer af of een dergelijke betere scholing wel voldoende is om Brazilië binnen enkele decennia om te toveren tot het beloofde land waar zo veel Brazilianen heden ten dage de mond van vol hebben en of het niet veel meer een diepgewortelde culturele modus vivendi is die maakt dat Brazilië maar zeer moeizaam aansluiting vindt bij het tempo van de 21ste eeuw en haar zodoende aanhoudend op achterstand houdt. Kapitaal biedt hier geen garanties want, om maar even de vergelijking met Nederland te maken, enkele eeuwen calvinistische nijverheid koop je niet zomaar in gedurende enige prille jaren van relatieve economische voorspoed.
Cultuur
Je behoeft slechts ‘even’ trachten af te rekenen bij de lokale supermarkt of pogen te bellen met een callcenter van een Braziliaanse mobiele telefonie provider en het is wel duidelijk; efficiëntie is hier niet uitgevonden. De voorbeelden zijn legio en op alle niveaus zichtbaar. Ogenschijnlijk eenvoudig ogende processen omtoveren in schier onoplosbare problemen met kafkaëske trekken, hebben de Brazilianen tot kunst verheven. Ik word er soms stapelmesjogge van en altijd rijst weer de vraag, wanneer ik weer eens ergens 'so um minutinho' op zit te wachten, waarom het toch allemaal maar steeds niet lijkt te mogen lukken.
Hoewel je het soms wel zou gaan denken, is er mijn inziens geen sprake van opzet dan wel onwil in het spel, dat zou een bewuste keuze impliceren en daar kan ik hier maar weinig mensen van betichten. Nee, het is de cultuur, een collectief geloofssysteem waarin men het gewoon is dat dingen in de regel niet gaan zoals gepland en men zich daar vervolgens dan ook bij neerlegt, het is tenslotte te verwachten c.q. normaal. Men klaagt er wel over (ja, ook de Brazilianen), maar neemt er zelf wel ook deel aan en houdt zodoende dat zo bekritiseerde systeem dus deels zelf in stand.
Deze vicieuze cirkel doorbreken lijkt soms onbegonnen werk, ondankbaar is het zeker. De Braziliaan zit doorgaans namelijk niet zo te wachten op wat bij ons doorgaat als opbouwende kritiek. Met vluchtige uitspraken als ‘tudo bem’ (alles goed) en ‘ta bom’ (is goed) worden eventuele meningsverschillen en daarmee enige vorm van effectieve informatie-uitwisseling al snel gesmoord en kan het leven weer gewoon verder meanderen op haar voor iedereen zo vertrouwde maar tegelijk zo tergend langzame tempo. Dit culturele gebrek aan helder en open communiceren, waarbij de zender duidelijk geformuleerde informatie stuurt en de ontvanger deze ook ontvangt en vervolgens verwerkt, heeft een extreem verlammende werking op de samenleving als geheel. Niet alleen duurt alles drie keer langer dan nodig, ook leidt het continu tot misverstanden doordat mensen elkaar gewoon niet begrijpen wat op zich weer een voedingsbodem is voor achterdocht en wantrouwen. Dit resulteert op haar beurt weer in het ontlopen van verantwoordelijkheden, etc., etc.
Verlichting
Immanuel Kant (1724-1804) definieerde verlichting in zijn “Beantwortung der Frage: Was ist Aufklärung” uit 1784 als volgt: ‘Verlichting is het afleggen van de mens van zijn, aan zichzelf te wijten, onmondigheid’. Waarbij hij stelde dat onmondigheid het onvermogen is, zonder leiding van anderen, van het eigen verstand gebruik te maken.
Dat deze cultuuromslag in Brazilië nog niet, dan wel zeer mondjesmaat, heeft plaatsgevonden moge duidelijk zijn. Je conformeren aan het collectief is hier namelijk nog altijd gedragsregel nummer één. De doorsnee Braziliaan is het eenvoudigweg niet gewend om individueel en onafhankelijk te denken. Op zich ook niet zo gek als je bedenkt dat verreweg het grootste deel van de bevolking volledig gespeend blijft van enige educatieve ontwikkeling. Opvallend is echter dat ook het resterende wél geschoolde deel zo vaak nog volledig vastgeroest blijft zitten in culturele dogma’s. Het lijkt daarom dan ook wel alsof dit individuele, verlichte denken niet zozeer correleert met de ontwikkeling van het verstand als wel met de cultuur waarin men zich ophoudt. Betere educatie staat in Brazilië namelijk veelal slechts gelijk aan een hoger salaris wat, zoals ik eerder al aangaf, niet per definitie tot een humanere samenleving hoeft te leiden. Een grotere auto kopen kunnen we tenslotte allemaal wel, maar de ontwikkeling van de ethiek en moraal, normen en waarden met als gevolg humane sociale omgangsregels die lijken soms toch dichter bij dat kleine tweedehands Fiatje te staan dan bij die uitgebouwde Mercedes S-classe.
Cultuurrelativisme
Mede door toedoen van de Islam verliest het in de jaren zestig en zeventig zo populaire cultuurrelativisme in Europa steeds meer terrein. De bedoelingen ervan zijn nobel, maar blijken uiteindelijk weinig handzaam. Zeker nu middels globalisatie verschillende culturen meer en meer met elkaar verstrengeld raken ontstaat sterk de behoefte om op allerlei terreinen universele waarden en normen te formuleren. Het is daarbij wel zo praktisch dat we die specifieke culturele eigenschappen, welke maken dat een samenleving als geheel efficiënter functioneert, laten prevaleren. Een blad voor de mond nemen en met termen als ‘tolerantie’ en ‘respect’ de discussie smoren is dan ook niet raadzaam. Niet dat wij als dominante westerse maatschappij zouden moeten bepalen wat goed of slechts is om daarbij andere culturen onze regels op te leggen. Nee, laat deze andere culturen dat vooral zelf bepalen, maar wijs ze daarbij wel op het feit dat wanneer je maatschappelijke hervormingen wenst wel ook zelf zal moeten sleutelen aan je eigen culturele gebreken. Tenslotte, de omstandigheden bepalen niet wie wij zijn, maar laten zien wie wij zijn.