dinsdag 21 juli 2009

Confucius (55l-479 v.C.)


Op de vraag wat hij als eerste zou doen als hij een land mocht besturen, antwoordde de Chinese wijsgeer:
Ik zou het taalgebruik verbeteren. Als het taalgebruik niet juist is, is dat wat wordt gezegd niet dat wat bedoeld wordt. En als dat wat gezegd wordt niet dat is wat men bedoelt, komen er geen werken tot stand. Komen de werken niet tot stand dan gedijen de moraal en de kunst niet. Gedijen deze niet dan is er geen juiste rechtspraak. Als er geen juiste rechtspraak is, weet de natie niet wat te doen. Dus dulde men geen willekeur in het woordgebruik. Dat is het waarop alles aankomt.