Mijn reactie op een artikel over Brazilie van Allard Grunnink op de website "De Kritische Belegger" (www.dekritischebelegger.nl)
Het staat buiten kijf dat Brazilie inderdaad een land in opmars is. En een land in opmars heeft, in tegenstelling tot een land in neergang, een positief economisch perspectief. Geld hebben ze wel in Brazilie, maar het is nu zaak om daar constructief mee om te gaan.
Inflatie, de grote angst van het land, wordt in Brazilie niet veroorzaakt door een stijging van de grondstofprijzen, ook betreft het geen, zoals in veel westerse landen wel het geval is, monetaire inflatie (bijprinten van geld) en van wisselkoers inflatie - de Braziliaanse real was in de afgelopen jaren één van de sterkst stijgende munteenheden ter wereld - is ook geen sprake. In Brazilie wordt de inflatie veroorzaakt door a) overmatige overheidsuitgaven (fiscale inflatie) en b) de klassieker; overbesteding met als gevolg bestedingsinflatie. Wat de overheidsuitgaven betreft verwacht ik dat ongeacht de uitkomst van de verkiezingen in oktober deze zullen worden teruggebracht.* Het vraagstuk van overbesteding is dan ook veel interessanter.
Overbesteding omschrijft de situatie waarin de vraag het aanbod overstijgt. Of anders gezegd het aanbod niet aan de vraag kan voldoen. Er wordt te veel geld uitgegeven voor te weinig goederen waardoor de prijzen zullen stijgen. Hierdoor ontstaat bestedingsinflatie wat het gevolg kan zijn van (overmatige) geldschepping in de vorm van kredieten door de geldscheppende banken. Want hoe kunnen mensen en bedrijven betalen voor de extra vraag die ze uitoefenen? Het lenen van geld vergroot de collectieve vraag en zal in een situatie van overbesteding, wanneer de productiecapaciteit nog niet is meegegroeid, leiden tot prijsstijging. Bedrijven zitten in zo’n situatie met een volledig bezette productiecapaciteit en hebben moeite om aan de vraag van hun klanten te voldoen.
Uit bovenstaande is dus op te maken dat in het geval van Brazilie de productiecapaciteit niet lineair meegroeit met de beschikbaarheid van geld. Allerlei oorzaken liggen hier aan ten grondslag, te weten; infrastructuur, bureaucratie, niveau van de publieke diensten, informele sector, mate van macro economische stabiliteit, etc. maar de primaire oorzaak is zoals altijd de arbeidsproductiviteit. Mc Kinsey rekende in 2007 al uit dat de arbeidsproductiviteit van een Braziliaan gelijk staat aan 18% van dat van een Amerikaan. En daar zit mijns inziens het probleem. Om deel te kunnen nemen aan de wereldeconomie zal de Braziliaan zijn of haar arbeidsproductiviteit moeten verhogen. Ik schreef zelf al eens (www.boudewijnrooseboom.nl) dat synergie, waarbij het geheel meer is dan de som der delen, in Brazilie welhaast tegenovergestelde effecten genereert. En dat is uitermate funest voor een oververhitte economie waarin de hoge vraag weliswaar tot een daling van de werkloosheid zal leiden, maar waarbij dit nieuwe personeel op termijn ook weer gaat besteden (vragen) met logischerwijs een prijsstijging tot gevolg. En als nu met deze personeelstoename de arbeidsproductiviteit per capita daalt, en dat doet zij sowieso wanneer bedrijven al te maken hebben met een volledig bezette productiecapaciteit, dan komt dat de oververhitte economie en daarmee het probleem van bestedingsinflatie niet ten goede. Scholing, efficiency, ondernemerschap, innovativiteit en noeste arbeid zijn dan de sleutelwoorden. Kom daar maar eens om in Brazilie.
*En daar heb ik mij behoorlijk in vergist. (14-01-2015)